Bijzondere bomen (I), de grove den
In vervolg op de reeks rariteiten nu de reeks bijzondere bomen, eigenlijk ook rariteiten. En zeg nou zelf, wat is een bos zonder bomen en een boswachter zonder bos? Dus maak ik me op voor de reeks uitzonderlijke bomen in onze bosrijke provincie. Logischerwijs begin ik met de grove den, Pinus sylvestris, met 33 procent de talrijkste boomsoort van ons land.
Onlangs deed men in Leusden een vondst van 13.000 jaar oude dennen. Niet levend natuurlijk, maar netjes geconserveerd in de bodem. Hordes professoren togen naar landgoed Den Treek om dit wonder te aanschouwen en te onderzoeken. Uit deze vondst kan men unieke gegevens distilleren over het klimaat in die tijd. Maar de grove den is niet de koploper van Nederland geworden omdat hij hier al zolang vertoeft. Neen, dat is een ander verhaal.
Grenen, ofwel hout van dennensoorten, is uitermate geschikt om te gebruiken in de mijnbouw. Dus toen de industriële revolutie aan zijn opmars begon, was dit ook de opmars van de grove den in Nederland. En masse werden dennetjes aangeplant om in de stijgende vraag te voorzien. Maar waarom was dit hout zo geschikt? De mijnbouwers gebruikten de ronde palen van de Pinussoort om hun schachten mee te stutten. Het hout beschikt namelijk over een grote draag- en buigkracht. Belangrijker nog was dennenhout omdat het lang voor het bezweek begon te kraken zodat de mijnwerkers tijdig hun hachje konden redden. Toen uiteindelijk de mijnen sloten, bleef bosbouwend Nederland zitten met een immens areaal grove dennen opstanden. Veel van deze bossen vinden we nu nog terug op de Utrechts Heuvelrug.
Concluderend kunnen we stellen dat de grove den dus helemaal geen rariteit is. Fout: juist omdat er zoveel van zijn geplant, huizen er vele prachtige exemplaren in onze omgeving. In Leersum en Amerongen staan een paar zeer oude knakkers uit het midden van de 18e eeuw. Het Zeisterbos beschikt over een prachtige en zeer grote collectie ‘woudreuzen’ uit 1795. Het meest karakteristieke exemplaar van de Pinus sylvestris is te vinden in het Panbos, eveneens te Zeist. Hier, op een kleine zandverstuiving, laat een echte overlever zich jaar in jaar uit geselen door wind en zand. Jaarlijks verdwijnt er een laagje zand onder de boom vandaan, maar blijft er nét genoeg over voor de boom om zijn wortels weer dieper de grond in te manoeuvreren. Ondertussen is er een bovengronds wortelgestel gevormd van bijna drie meter en zo ontstond er een heuse sprookjesboom!
Joris Hellevoort
boswachter Utrechts Landschap