Aanvulling militair erfgoed op Park Vliegbasis Soesterberg
Utrechts Landschap verwelkomt twee uit de Tweede Wereldoorlog resterende Duitse munitiebunkers om hiermee het behoud te garanderen. In de eerste week van september worden de munitiebunkers van het terrein van de voormalige Jeugdinrichting Almata in Den Dolder naar Park Vliegbasis Soesterberg gebracht. Hier zullen ze zichtbaar zijn voor bezoekers.
Cultuurhistorische waarde
Dit type bunker, waarschijnlijk ontwikkeld door de Organisation Todt, was geschikt voor opslag van munitie tot een kaliber van drie centimeter. Utrechts Landschap is verheugd over deze aanvulling op het militair erfgoed van Park Vliegbasis Soesterberg. De cultuurhistorische waarde van de twee bunkers is hoog. Ze bestaan uit prefab betonnen platen op een gemetselde fundering. Zowel militair-historisch als qua bouwtechniek zijn de bunkers belangrijke voorbeelden van een scherfvrije munitieopslag in prefab elementen voor de Duitse Luftwaffe.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn nagenoeg alle prefab bouwwerken van de Duitse vliegbases verloren gegaan. Vermoedelijk zijn er alleen in Valkenburg één identiek en een aantal vergelijkbare exemplaren. In tegenstelling tot de Dolderse exemplaren, verkeren ze in een slechte bouwkundige staat.
Nieuwe bestemming
Beide munitiebunkers staan nu nog op het terrein van de voormalige buitenplaats Den Engh, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter aan Vliegbasis Soesterberg was toegevoegd, maar na de oorlog weer afgesplitst. In 1959 herrees op deze locatie de Rijksinrichting voor Jongeren Den Engh, opgevolgd door de jeugdinrichting Almata. Het Rijksvastgoedbedrijf gaat het terrein overdragen aan de Politie ten behoeve van de realisatie van een nieuwe Politieacademie. Hierdoor is er voor de munitiebunkers geen plaats meer en moesten zij een nieuwe bestemming krijgen. Na overleg met het Nationaal Militair Museum en Utrechts Landschap krijgen de twee overgebleven munitiebunkers een plek op Park Viegbasis Soesterberg. Met de verplaatsing gaat de oorspronkelijke context van de bouwwerken weliswaar verloren, maar dit wordt gerechtvaardigd door het behoud van de cultuur- en militairhistorische waarde en de zeldzaamheid van de objecten.