Hooge Kampse Plas en Polder Voordorp
Vogelrijk gebied
De Hooge Kampse Plas is een bijzonder vogelrijk gebied. De plas is eind jaren zeventig ontstaan doordat er zand werd weggegraven voor de aanleg van de A27. In de jaren daarna werd de diepe put volgestort met afval en bagger. De plas kreeg daardoor de bijnaam ‘stinkgat’. Gelukkig is dat verleden tijd. Tussen 2010 en 2020 is de Hooge Kampse Plas omgevormd tot een natuurgebied. Aan de zuidoostkant van Fort Voordorp ligt de polder Voordorp. De polder bestaat uit langgerekte graslandpercelen gescheiden door slootjes. Een perceel van 3,5 hectare is eigendom van Utrechts Landschap. Op de oevers van de sloten groeien zwanenbloem en kattenstaart en de graslanden zijn geschikt voor grutto en tureluur.
Flauwe oevers
De plas is ondieper gemaakt, waarbij de stort veilig is afgedekt. Ook heeft de plas flauwe oevers gekregen en zijn er eilandjes aangelegd die in de winter onder water staan. Op deze slikkige eilanden kunnen vogels veilig broeden en eten vinden. Het noordelijk deel van de plas is ondieper gemaakt en vormt nu een belangrijk leefgebied voor moerasvogels, rietvogels, libellen, insecten, planten en amfibieën.
Het resultaat is een divers natuurgebied met veel kansen voor flora en fauna. Een plek waar vogelaars, wandelaars, fietsers en ruiters van harte welkom zijn.
Doordat het gebied rijk is aan insecten, vissen en amfibieën is er voor vogels veel voedsel te vinden. Geen wonder dat er meer dan 200 vogelsoorten overwinteren, broeden of bijtanken!
Oeverzwaluwwand
De Hooge Kampse Plas is een belangrijke natuurschakel: het verbindt het Kromme Rijngebied (via Voordorpse Polder) met de Utrechtse Heuvelrug (via Beukenburg) en het Veenweidegebied (via het Noorderpark). De natuurontwikkeling was mede mogelijk dankzij omwonenden, natuurverenigingen, gemeente De Bilt, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Grondbank GMG.
Elk voorjaar vliegen oeverzwaluwen vanuit Afrika naar de Hooge Kampse Plas om te broeden in de oeverzwaluwwand, aan de zuidkant van de plas. Boven het water jagen ze op insecten. In de wand graven ze een gang om er 4-5 eieren te leggen die ze in 14-17 dagen uitbroeden. Na 20-24 dagen vliegen de jongen uit. Van juli tot in oktober trekken de oeverzwaluwen in (soms zeer grote) groepen weer naar het zuiden.