Reuzenberenklauw

Ze zijn in het landschap niet te missen: de bloemen van de reuzenberenklauw. Sinds juni kun je ze al zien bloeien met hun imposante witte schermen. Ze hebben geen goede reputatie, maar dat stoort mij niet. Ik vind ze ronduit prachtig. Van nagenoeg onzichtbaar in de winter groeien ze in no time uit tot drie meter hoogte, indrukwekkend toch?

En als die reusachtige bloemknoppen gaan ontluiken is daar ineens een prachtig scherm van witte bloemen van zo’n 50 centimeter diameter. Deze nectarbron is een trekpleister van jewelste voor ontzettend veel insecten. De klauwvormige bladeren groeien uit tot maar liefst een meter lengte. De holle stengels lijken op buizen en hebben paarse vlekken.

Ook in de zorg voor nieuwe planten is de reuzenberenklauw verre van bescheiden. Tijdens de ongeveer vijfjarige levensduur kan elke plant wel zo’n duizenden zaden produceren. Die zaden liggen in de bodem te wachten op de juiste omstandigheden om te kiemen. De gelukstreffers doen dat gelijk het komende jaar, maar de onfortuinlijke zaden kunnen er tot wel zeven jaar over doen. Daarna zijn de zaden niet meer kiemkrachtig. Merk je dat ik alleen maar in superlatieven kan denken bij deze plant die in alle opzichten zijn naam eer aandoet?

Je kunt overigens maar beter uit de klauwen van deze reus blijven. Zowel de stengelharen als de bladklieren kunnen kleine wondjes op je huid veroorzaken. Daarbij wordt het stofje furocumarine afgegeven. Onder invloed van zonlicht kan dit tot pijnlijke blaasjes en ontstekingen van de huid leiden, vergelijkbaar met brandwonden.

Als natuurbeschermers bestrijden we de plant op plekken waar contactmogelijkheden met mensen zijn, bijvoorbeeld langs paden en bij parkeerterreinen. Ook op andere plekken in de natuur willen we de reuzenberenklauw niet hebben, omdat de exoot met zijn krachtige groei en voortplanting alle inheemse planten verdringt. De uitheemse ‘grote jongen’ vindt zijn oorsprong in de omgeving van de Kaukasus. Zo’n anderhalve eeuw geleden is hij als sierplant in ons kikkerlandje geïntroduceerd en inmiddels wijd verspreid en verwilderd. Uitroeien lukt niet meer, maar het met veel moeite terugdringen gelukkig nog wel!

Jacqueline van Dam, Boswachter Utrechts Landschap