Fladderende sneeuwvlokjes

Gisteren had ik een gezellige middag bij vrienden. We hadden naar muziek geluisterd, uit volle borst meegezongen en veel gelachen. Met nog het deuntje van een kerstliedje in mijn hoofd fietste ik rond het avonduur in het donker langs de bosrand naar huis. Fietsen in het donker heeft voor mij iets magisch. Misschien omdat mijn zintuigen dan meer alert zijn? Hoe dan ook, ik had het geluk dansende grauwwitte vlindertjes te zien. Ongetwijfeld werden de beestjes getriggerd door mijn fietslicht.

Zonder aarzeling stapte ik van mijn fiets af. Met de zaklamp van mijn mobieltje speurde ik de nabije boomstammen af. Bingo! Daar trof ik de fladderaars in groten getale aan en werd ook mijn vermoeden bevestigd: onmiskenbaar allemaal kleine wintervlinders.

Stompjes
Door de aanwezigheid van vleugels onderscheiden de mannetjes zich van de vleugelloze vrouwtjes. Lang geleden hebben de vleugels van vrouwtjes hun functie verloren. Nu hebben ze enkel nog stompjes. Best verwarrend, want hierdoor lijken de goed gecamoufleerde, kruipende vrouwtjes meer op spinnen dan vlinders. De kleine wintervlinder laat zich overigens alleen in november en december zien, op z’n vroegst een uur na zonsondergang en meestal niet eerder dan na de eerste nachtvorst.

Voortplanting
Met hun dichtgeklapte vleugels als een soort zeilbootjes zaten de mannetjes op de boomstam te wachten op de vrouwtjes. Van deze vrouwtjes spotte ik een aantal dat al uit de pop in het bladerdek onder de boom tevoorschijn was komen. Tijdens hun opwaartse kruiptocht op de boomstam hoopten ze natuurlijk paargrage mannetjes tegen te komen. De vernuftige dames hoger op de boomstam waren ongetwijfeld al bevrucht en nu op weg naar de toppen van de takken om daar of op nabij bladknoppen de eitjes af te zetten. Een slimme keuze! De rupsen die in april uit het ei tevoorschijn komen kunnen dan direct aanschuiven bij een dis van sappig lentegroen. Deze vraat aan de jonge bladeren kan schade aan een boom veroorzaken, zeker als deze door een lange periode van droogte of erg veel neerslag is verzwakt. Fruitboomkwekers zijn dan ook niet blij met deze rupsen. Op landgoed Beerschoten hadden we in het voorjaar van een paar jaar geleden ook kale toppen in de inlandse eiken als gevolg van de kleine wintervlinderrupsen.

Eenjarige levenscyclus
Als de rupsen eenmaal verzadigd en uitgegroeid zijn spinnen ze een draad waarmee ze zich naar de voet van de boom laten zakken. Misschien heb je de kleine groene rupsen wel eens aan de draad zien bungelen boven een bospad? Eenmaal neergedaald in het strooisel spinnen de rupsen een cocon om vervolgens te gaan verpoppen. De cyclus is rond als ze in november dan weer uit de pop kruipen. Mannetjes kunnen alle kanten op vliegen, maar de vrouwelijke generaties zullen altijd met dezelfde boom verbonden blijven. De vlinders leven hooguit een week. Spoedig na het toezien op nageslacht zullen de beide seksen sterven.

Dag- en nachtvlinders
Dat je actieve vlinders in dit jaargetijde kunt zien is best wel bijzonder. Ze zijn niet te verwarren met de kleurrijke dagvlinders die we met zon en warmte associëren. Die vlindersoorten zijn nu in winterrust of naar warmere oorden getrokken. Wist je trouwens dat we maar ruim 50 soorten dagvlinders hebben in Nederland, terwijl er maar liefst ruim 2400 soorten vlinders voorkomen? Het zijn voornamelijk nacht-actieve nachtvlinders. De kleine wintervlinder is daar een mooi voorbeeld van. Als uitzondering op de regel, het is immers natuur, zijn er ook dag-actieve nachtvlinders. De sint-Jansvlinder is daar een voorbeeld van.

‘Sneeuwvlokken’
De kleine wintervlinder is niet zeldzaam. Gelukkig maar, want ze zijn als rups een belangrijke voedselbron voor de kuikens van zangvogels, zoals de koolmees.

Met deze overpeinzing stapte ik weer op mijn fiets om mijn ritje naar huis voort te zetten. Ik prees mezelf gelukkig met de waarneming van deze fladderende sneeuwvlokken aan de vooravond van de kerst.

© Jacqueline van Dam, Boswachter Utrechts Landschap noord@utrechtslandschap.nl