Opvetten
Kun je in de winter ook zo’n trek hebben in stevige kost zoals stamppot, erwtensoep of een stoofschotel? Nou, ik wel hoor. De keuze voor stevige, calorierijke winterkost, is er een die je gemakkelijk maakt. Het gaat als het ware automatisch. Je wil je lichaamstemperatuur op peil houden en daarvoor is energie nodig. Het koud hebben is per slot van rekening niet comfortabel. Onder natuurlijke omstandigheden zou je lichaam, wanneer de zon ondergaat, eigenlijk moeten overschakelen naar de nachtmodus. Dus geen grote maaltijd, laat staan snacken op de bank tijdens het Netflixen (of vergelijkbaar). Maar ja, die verleidingen…
In het wild levende dieren kennen die verleidingen, waar jij en ik aan worden blootgesteld, niet. De natuur is geen supermarkt waar zo’n beetje elk product jaarrond verkrijgbaar is. Wilde dieren weten heel slim om te gaan met de inname van voedsel. Neem bijvoorbeeld een reekalf dat dit jaar in mei is geboren. Als voorbereiding voor de winter leert moeder reegeit haar jong wijze lessen over gedrag, vluchten, biotoopherkenning én voedselkeuze. Al vrij snel na de geboorte wordt de geleidelijke omschakeling van moedermelk naar plantaardig voedsel ingezet. Als het ‘wurm’ 10 weken oud is, krijgt het nog maar nauwelijks moedermelk.
In de herfstperiode is er tijd om te spelen. Dat is tegelijkertijd een leerproces voor vechten, bronst, markeren, contactgedrag en -geluiden. Maar de meeste tijd van het jonge leven draait vooral om foerageren (voedsel zoeken) en eten. Het dagelijks menu verandert in dit seizoen van makkelijk verteerbare kruidachtige planten naar stevige kost als eikels, beukennootjes en paddenstoelen. Veel en voedingsrijk eten, is het credo voor het dier. In vakjargon noemen we deze fase ‘opvetten’. Zowel suikers (koolhydraten) als eiwitten zijn nodig om vetlagen aan te leggen, zowel onderhuids als rond enkele organen in de buikholte. Dit dient als een goed gevoerde winterjas voor mogelijk barre tijden, zowel qua voedselaanbod als klimaat.
Goed doorvoed, met een minimaal gewicht van 12,5 kg in december, komt het reekalf doorgaans goed de winter door. Het is een tijd van schaarste in voedselaanbod. Het reekalf spreekt dan de eerder opgebouwde vetreserves aan. Voldoende dekking voor rust en herkauwen is dan belangrijk.
Jacqueline van Dam – Boswachter Utrechts Landschap