Column: herfstboswandeling
Zojuist heb ik een boswandeling gemaakt, wat heb ik genoten! Met het zonnetje aan de strak blauwe hemel leken de kleuren van de bladeren en paddenstoelen nog intenser. Dankzij de lichte ochtendregen geurde het heerlijk herfstig in het bos, met op sommige plaatsen een zweem van paddenstoelengeur. Ik houd van de herfst. Het is de tijd dat de natuur afscheid neemt van de lange, droge zomer en zich opmaakt voor de komende (koude?) winterperiode. Sommige planten bieden hun laatste bloemen aan om van te genieten, ook de insecten nemen het er nog even van. Zwaluwen en andere gevleugelde zomergasten zijn weer naar warmere oorden teruggekeerd en de wintergasten doen hun intrede. Heb je al een koperwiek gespot? Ik zag er eentje smullen van de lijsterbessen. Mooi beestje met z’n koperrode flanken en onderzijde van zijn vleugels.
Toen ik even niet oplette, liep ik zo door een spinnenweb. Het was dwars over het paadje gesponnen. Knap staaltje voor zo’n klein beestje! Uiteraard had ik spijt dat ik deze noeste arbeid had verwoest. Hopelijk heeft het beestje doorgekregen dat hij zijn web beter op een voor hem nét iets minder strategische plek kan weven?
Tijdens mijn wandeling kwam ik langs de paden de mooiste paddenstoelen tegen. Bijvoorbeeld rode en paarskleurige russula’s, beukenbladzwammetjes, rode koolzwam en, hoe kan het ook anders, de vliegenzwam. Je weet wel, zo’n rood-met-witte-stippen exemplaar. Al tig keer heb ik allerhande paddenstoelen op de gevoelige plaat vastgelegd, ze blijven me fascineren. Om te weten met welke soort ik te maken heb kijk ik dan met een spiegeltje onder de hoed om te zien of de zwam buisjes of lamellen heeft. Voor identificatie van de soort is de app ObsIdentify een handig hulpmiddel. Ook al kan ik niet blindelings vertrouwen op de uitkomst, het geeft vaak wel aan in welke richting ik moet denken. Wist je dat we alleen al in ons land meer dan 5000 soorten hebben? Dat is best veel!
Op sommige plekken liggen de bospaden vol met eikels. Het zijn er erg veel dit jaar. Boswachters spreken dan van een goed ‘mastjaar’. Voor de beuken is het wat minder rooskleurig. Ze hebben al veel te verduren gehad door de droogte afgelopen zomer en nu dan ook nog eens (daardoor?) weinig nootjes geproduceerd voor het nageslacht. De tamme kastanjes die ik ben tegengekomen lijken groter dan andere jaren. Ik heb al deze boomvruchten laten liggen, zodat eekhoorns, gaaien, reeën en vele andere dieren ervan kunnen eten. In de winter is er voor de meeste dieren namelijk weinig tot geen voedselaanbod. Om een (barre) winterperiode tegemoet te gaan is ‘opvetten’ (veel eten, reserve opbouwen) het devies.
Waar de dieren in het bos ook heel blij van worden zijn de vele vruchten die nu in de struiken zitten. Vooral aan de bosrand kwam ik ze tegen in de mooiste kleuren om de dieren te verleiden: rode bessen van de meidoorn, de oranje van de lijsterbes. Maar ook nog dauwbraam, rozenbottels en rode bosaardbeitjes. De ‘kale’ trossen van de vlier verraadden dat de vogels alle bessen hebben opgesnoept.
Als ik een zijpaadje inschiet zie ik voor me de vinken gauw opvliegen om een veilig plekje te zoeken. Ze waren aan het eten van de beukennootjes die door de wandelaar zijn stukgelopen. Zou er in het gezelschap van de vinken een keep hebben gezeten? Het ging te snel, ik heb het niet kunnen zien. De beide soorten lijken op elkaar en kepen zoeken vaak het gezelschap van vinken op.
Voor ik het wist kwam er een einde aan mijn wandeling van ruim 10 kilometer. Ik kan het iedereen van harte aanbevelen om nu de natuur in te gaan om vanaf de bospaden te zien, te ruiken en te horen hoe mooi de herfst is.
Jacqueline van Dam
Boswachter Publiek Utrechts Landschap